Wind, bestaand
- 40 windturbines, 80 MW
- Gesloten distributiesysteem (GDS)
Zon, in aanbouw
- 400.000 panelen, 120 MVA
- 36 MVA accu’s
De grootste batterij van Nederland staat sinds zomer 2020 bij Lelystad. Iets verderop komen 400.000 zonnepanelen. Allemaal ter uitbreiding van het bestaande Windnet Oost-Flevoland. En dat is niet alles: ‘Er komt ook waterstof bij, vertelt “geestelijk vader” Tim Verbruggen. Hij bewijst keer op keer: energie kan zowel groener als goedkoper. Zijn geheim: ‘Constante innovatie. En werken met mensen die elkaar daarin versterken.’
Windenergie is prima. Zonne-energie zeker ook. Maar dan nog blijft die ene knagende vraag: hoe overleef je windstille donkere uren? Iedereen snapt: grootschalige opslag maakt het systeem compleet. Toch zie je dat nog weinig. Maar het eigenzinnige Windnet Oost-Flevoland, dochter van ENGIE, maakt het waar. Zij transporteerden tot voor kort alleen energie uit plaatselijke windparken van Wageningen Universiteit (WUR) en boeren (sinds 2004). Daar komt nu van alles bij. Zij sloten een contract met de Nederlandse firma Giga Storage voor ’s lands grootste accu. Die oogt als een rij zeecontainers en is gemaakt door het wereldwijd opererende NEC Energy Solutions. De capaciteit is 12 MW (MVA), vergelijkbaar met de energievraag van vijfduizend huishoudens. Waarschijnlijk komen er nog twee zulke batterijen. Wat samenhangt met de plaatsing van 400.000 zonnepanelen, die ook op dit net worden aangesloten.
Belangrijk punt: waar is ruimte voor zo veel panelen? In Biddinghuizen, op het terrein van evenementenfirma Dorhout Mees, komen er bijna 300.000, ter vervanging van oude golfbanen. 90.000 andere zullen vermoedelijk veel meer aandacht trekken. Die gaan een dak vormen boven het nu nog kale parkeerterrein bij Walibi en Lowlands (firma Mojo). Volgens de projectontwikkelaar en eigenaar van alle 400.000 panelen, het Nederlandse Solarfields, krijgt ons land hiermee een record in handen: de grootste solar carport ter wereld. Die beslaat 35 hectare en kan 10.000 huishoudens van stroom voorzien. Festivals draaien meestal op stroom uit dieselaggregaten. Die zijn straks niet meer nodig.
Wat hier gebeurt, is eerder in het “klein” gerealiseerd. Met ruim twintig bedrijven op de Ecofactorij in Apeldoorn. Ook daar heeft zelfstandig projectontwikkelaar Tim Verbruggen een sleutelrol. Hij zit dertig jaar in de elektriciteitswereld, noemt zich “creatieveling” en brengt partijen bij elkaar. Hij zorgt dat bedrijven goedkoper uit zijn met groene stroom uit Nederland. Software speelt hierbij een zeer belangrijke rol. Verbruggen legt uit: ‘We spelen constant in op de actuele stroomprijs, die de hele tijd schommelt. We verwerken weersvoorspellingen tot financiële prognoses voor opbrengst van panelen en molens. De betrouwbaarheid daarvan zit nu op 75 procent; ruim voldoende om daaraan te verdienen.
Maar wat zeker zo belangrijk is als ict: werken met partijen die mee willen in innovatie. We geven elkaar vertrouwen, ook als we diep in het productieproces van de ander komen.’
Is dat nodig dan?
‘Op de Ecofactorij wel. Daar is een groot koelhuis dat wel even met minder stroom toe kan. En het bekende VDL heeft daar elektrisch verwarmde zoutbaden, die ook prima functioneren op een paar graden meer of minder. Daarin zoeken we samen met die bedrijven de grenzen op. Even geen stroom gebruiken als het duur is. En omgekeerd, bij overschot aan energie, wil je liefst met batterijen en waterstof aan de gang.’
Hebben jullie patent op deze aanpak?
‘Welnee. Serieuze partijen mogen meekijken. Wij zijn proeftuin, bijvoorbeeld voor TenneT. Die vinden het heel interessant. Het “patent” zit ’m in de samenwerking. Hier zijn zo veel disciplines bij betrokken. Die spraken niet meteen dezelfde “taal”. Maar nu wel. Die hebben in elkaar geïnvesteerd. Begrijpen elkaar steeds beter. Vertrouwen elkaar. Gaan mee in elkaars innovaties. En daarom werken we ook steeds met dezelfde partijen.
Bijvoorbeeld INNAX heb ik al in 2002 leren kennen op een project in Harmelen. Sinds 2007 heb ik dezelfde contactpersoon, Ed Diepeveen. Perfect; we weten wat we aan elkaar hebben. INNAX is hier ook innovator. Hun meters zijn tegenwoordig halve computers, vol data voor onze sturing. In hun metingen zit heel veel potentieel. Dat zien mensen niet. Wij halen dat er helemaal uit. Hoe groter het net, hoe belangrijker. Om een indruk te geven: voor het dataverkeer in Flevoland hebben we 50 kilometer glasvezel.’
Windnet Oost-Flevoland is direct aangesloten op TenneT. Dus zonder regionale netbeheerder. Kan dat zomaar?
‘Daar kun je een ontheffing voor aanvragen bij de overheid. Dat hebben we gedaan en die hebben we gekregen, omdat we aan alle eisen voldeden. We hebben nu een opgesteld vermogen (zon plus wind) van maximaal 250 MVA. Een klassieke netbeheerder maakt dan een aansluiting op het net van ook 250 MVA. Dat vinden wij onnodig. Want dat maximum haal je alleen met tegelijk veel zon en veel wind. Maar in ons land komt dat zelden voor. Wij werken daarom met een aansluiting op TenneT van maar 140 MVA. Dat scheelt miljoenen euro’s en maakt ons project rendabel. Daardoor kunnen wij nu weer grote stappen verder zetten. Zo kijken wij naar innovatie en vergroening. En daar ging het toch uiteindelijk allemaal om?’
Waar lieten jullie al die jaren de stroom tijdens de piekmomenten? Een batterij was er niet.
‘Dan zetten we een paar windmolens stil. En de grap is: dan krijg je geld van TenneT. Want alleen zo kunnen ze op piekmomenten garanderen dat je 230 V uit je stopcontact hebt. Als dat te veel wordt, raken overal systemen in de war. Vandaar die betaling. Dus zakelijk gezien is ook dat prima. Maar molens stilzetten, wil je natuurlijk niet. Daarom werken we aan batterijen en waterstof.’
Grootschalige opslag toevoegen aan zon en wind lijkt zo logisch. Toch zie je dat lang niet overal. Kleven er soms ook nadelen aan?
‘Zeker! Batterijen kunnen de energie niet heel lang vasthouden. Een paar dagen gaat prima, maar daarna ga je merken dat ze “lekken”. Wij zien batterijen voor de kortdurende opslag en waterstof voor de langere. Bovendien: met waterstof kan veel meer. Hierover praten we met allerlei partijen uit de regio. Want wij willen liefst “alles” tegelijk. Leveren aan de bestaande energiecentrale, tankstations voor regionale bussen, auto’s en scheepvaart op het IJsselmeer. Dus we praten ook met de gemeente en de provincie.’
Hoezo die energiecentrale? Waterstof is toch vooral voor transport en industrie?
‘Waterstof bijmengen in de Máxima Centrale scheelt hen CO2-uitstoot. Voor toepassingen in het transport moet H2 wel eerst vloeibaar worden, zodat je het compact kan opslaan in je auto of boot. Dat is een specialisme. Net als zo’n tankstation, waar de gewone automobilist veilig mee overweg moet kunnen. Daarvoor zitten we nu om tafel met één van de grote partijen in de wereld van industriële gassen. Die willen het ook in bulktransport naar industrie op andere locaties brengen. Binnen drie jaar moet dat draaien.’
Meer bronnen, meer afnemers, meer stroom. Voortaan ook tweerichtingsverkeer, van en naar de opslag. Windnet Oost-Flevoland wordt wel veel complexer. En goed meten steeds belangrijker.
‘Klopt. De metingen zijn de basis voor alle facturatie. Het gaat straks duidelijk om hogere bedragen, dus de belangen worden steeds groter. Werken vanuit een vertrouwensband is dan wel relevant. Als meetbedrijf levert INNAX al jaren de cijfers die we nodig hebben. En ik weet uit ervaring dat ze goed mee kunnen in innovaties. Zo krijgen ze nu ook de officiële rol van “faciliterend netbeheerder”.’
Wat houdt dat in?
‘De “faciliterend netbeheerder” zit tussen ons en TenneT. Zie het als een soort boekhouder tussen jou en de belastingdienst. Die wil je toch ook zelf uitkiezen? De regionale netbeheerder kun je niet kiezen, de faciliterend netbeheerder wel. Veel kandidaten voor die rol zijn in feite gekoppeld aan de bekende regionale beheerders. Die denken anders dan wij en vallen af. Zo kwamen we uit op INNAX. Die zijn echt onafhankelijk. En dat wilden wij graag. Voor INNAX is dit ook nieuw: twee verschillende rollen tegelijk, meetbedrijf en faciliterend netbeheerder.’
Als overal stand-alone netten komen, gaat het hele land uit hokjes en vakjes bestaan. Is dat wel handig?
‘Juist wel. Want ieder “hokje” heeft er belang bij om de boel voor zichzelf zo stabiel mogelijk te krijgen. En al die bouwstenen bij elkaar helpen TenneT dus enorm om het landelijke net te stabiliseren. Die kijken mee en die vinden het prachtig. Dit zou in heel Nederland moeten gebeuren.’
Weten ze dit al in Den Haag?
‘Ik ben in de Tweede Kamer geweest. En bij de Rekenkamer. Ik kan daar niet op wachten. Ik heb me overal uit teruggetrokken. Geen praatclubjes meer. Telefoonnummer veranderd. Mijn wereldje heel klein gemaakt. Aan de slag. Nu innoveren. Laten zien dat het kan. Naast dit interview heb ik alleen een uitzondering gemaakt voor een documentaire die Ruud Koornstra nu bijna af heeft.’
Die documentaire heet ‘Het Paradijs op aarde begint in Nederland’. Rond de jaarwisseling zou die op TV en online moeten komen. Ruud Koornstra is ondernemer en nationaal coördinator van Sustainable Development Goal nr 7, ‘Betaalbare en duurzame energie’.
Door Jurjen de Jong
Wind, bestaand
Zon, in aanbouw
Besparen op het energieverbruik van gebouwen begint met inzicht. Om hier stappen in te zetten is het zaak om alle aspecten van energie te bekijken, want de winst zit meestal in het ontdekken van slimme combinaties. Die kun je pas zien, nadat voldoende relevante data zijn verzameld.
Lees verder...
Laat uw gegevens achter en Ed zal snel contact met u opnemen.