Kermisaansluiting redt nieuwbouw sporthal

Balanceren op het stroomnet

‘De netbeheerder zit continu naar de hele regio te kijken. Wie vraagt hoeveel? Leveren en/of afnemen? Welke urgentie? Ziekenhuizen gaan voor sporthallen. Tegen ons zei de netbeheerder op een gegeven moment dat we voor een nieuwe sporthal niet de verzwaring konden krijgen die noodzakelijk is om van het gas af te gaan. Vroeger kwam dat nauwelijks voor. En nee was nee. Maar tegenwoordig gaan we dan diep inzoomen op het gebied rond de locatie. Op de kaart kijken. Er naartoe. Praten met de netbeheerder. Zo deed een collega van mij een paar ontdekkingen die voor een doorbraak zorgden’, vertelt Albert Brouwer.

Parkeerterrein met evenementen

‘Het gaat om nieuwbouw van zo’n tweeduizend vierkante meter, middenin de gemeente Gilze en Rijen. En de eerste ontdekking was: het parkeerterrein pal naast de bouwlocatie wordt af en toe gebruikt voor evenementen, zoals de kermis. Speciaal daarvoor is een vrij zware stroomvoorziening beschikbaar. Die wordt natuurlijk heel weinig gebruikt. Maar de capaciteit daarvan was veel zwaarder dan de aansluiting die voor de nieuwe sporthal beschikbaar was. Wij moesten het doen met de kabel die er al lag voor de voormalige sporthal op die plek, die nog met aardgas werkte.’

Het klinkt heel simpel

‘We rekenden uit hoeveel stroom een kermis nodig heeft en ontdekten dat “onze” kleinere aansluiting daar groot genoeg voor is. Bovendien, mocht er ooit een veel grotere stroomvraag zijn voor een evenement, dan kun je altijd nog met tijdelijke voorzieningen werken. Dat is op veel festivallocaties heel normaal. Vervolgens zochten we uit wie de eigenaar is van die “kermisaansluiting”. Dat bleek de gemeente, maar dan wel een andere afdeling dan sport, waar wij mee werkten. Uiteraard vroegen we aan de gemeente of zij die twee aansluitingen zouden willen omruilen. Dat klinkt simpel, maar dat gaf binnen de gemeente en met de netbeheerder nog heel wat papierwerk.’

Batterij erbij

‘Een sporthal heeft vooral energie nodig voor douchen, ventileren, koelen en horeca. De vraag naar energie is heel onregelmatig. Verder weten we natuurlijk dat zonnepanelen het meest actief zijn als de vraag naar koeling het grootst is. Dus koeling hebben we met die panelen grotendeels opgelost. Vervolgens kwam ter sprake: de horeca heeft vooral ’s avonds veel stroom nodig. Kunnen we de stroom uit de panelen overdag niet opslaan en ’s avonds gebruiken. Dat kan uiteraard, dus er komt nu ook een batterij. Dat had technisch gezien niet gehoeven, maar zo zijn ze wel goedkoper uit, dus uiteraard kiezen ze daar dan voor. Op dit moment vindt de bouw plaats. Wij controleren wat er gebeurt en checken dat aan de hand van de tekeningen en berekeningen.’